dinsdag 12 oktober 2010

Orangutans in Bukit Lawang

Donderdag, 17 juni 2010
Direct na het Indonesisch ontbijt (o.a. nasi/bami goreng) met heerlijk vers fruit (uiteraard Papaya) vertrekken we met de klaarstaande bus
naar het huis van Erna om de daar logerende gasten op te pikken. Tijdens de rit ernaar toe kijken we onze ogen uit. We zien de ochtend verkeerschaos van Medan. Verkeersregels schijnen er niet te bestaan. Met vieren naast elkaar op 2-baanswegen, links en rechts inhalend. De kleuren van de verkeerslichten worden naar eigen inzichten geïnterpreteerd. Veiligheidsregels worden aan de laars (of blote voeten) gelapt. Acht tot tien schoolkinderen worden zomaar gestapeld op een motor met zijspan/bak of boven op het dak van de auto.
Een specifieke verschijning in Medan en directe omgeving zijn de gemotoriseerde becaks/riksja’s, die op afgewerkte (plantaardige) olie lopen. Met gevolg enorme rookontwikkeling en stankoverlast. De zijbak wordt niet alleen voor personenvervoer gebruikt maar voor allerlei transporten. Tot gehele huisraad toe. Soms tweemaal zo breed als de motorfiets en de zijbak tezamen.

De door het bruidspaar (die evenwel niet meegaan) geïnitieerde tocht brengt ons naar het Nationaal Park Gunung Leuser waar we bij het dorpje Bukit Lawang aan de Bohorok rivier een opvangcentrum voor getraumatiseerde Orangutangs gaan bezoeken.

Ook buiten Medan komen we ogen te kort. Over smalle wegen met diepe gaten, scherpe bochten en steile hellingen waarover ook enorme, vol met palmpittrossen gevulde vrachtwagens en razende interlokale bussen zich banen worden de 93 km overbrugd in ruim 3 uren tijd. Langs de weg voornamelijk palmolie-plantages in verschillende stadia. Van oeroude hoogstammige bomen, relatief jonge, laagstammige (of geen stam) bomen, pas beplante plantages en veel omgehakte bossen of omgeploegde landerijen. Bij afwezigheid van gepaste gelegenheden wordt onderweg maar een (plas)pauze gehouden Notabene bij een gelegenheid dat slechts één, half onder water gelopen, toilet had en geen warme koffie of koud bier. Na het passeren van een soort van ingang, waar omgerekend, 15 eurocent per persoon betaald wordt komen we aan bij een groot restaurant. De meesten gaan de omgeving verkennen in de prachtige tuin en de daarachter gelegen snel stromende rivier, waar kinderen met autobanden in het water spelen.
Intussen proberen Ron en Nono een tocht naar de Orangutans te arrangeren. De aanwezigheid van Nono is echt noodzakelijk omdat de 2 gidsen voornamelijk Behasa (de Indonesische taal) spreken en een heel klein beetje gebrekkig Engels. Er zijn geen eenduidige vastgelegde tarievenoverzichten voorhanden. We spraken uiteindelijk een tarief af van 60.000 rupia (ca. 6 euro) per persoon voor een relatief gemakkelijke tocht van 3 à 4 km langs de rivier en een stukje door de jungle inclusief het overzetten per kano. Tenminste dat dachten we. Aan het einde van een voortreffelijke lunch kwamen de heren namelijk terug om ons mede te delen dat ook voor elk fototoestel nog eens 50.000 rupia betaald dient te worden. Om vervolgens, nadat door Ron weer heeft geïnd, terug te komen. Nu vragen ze nog eens 150.000 rupia voor elk mee te nemen videocamera. Besloten wordt om alleen het basistarief te betalen en de bijkomende kosten voor de foto- en videoapparatuur pas achteraf.
Intussen heeft zich ook een groep jongelui zich voor en tot zelfs in het restaurant verzameld. Voor elk van ons blijkt een persoonlijke assistent te zijn benoemd. Al na 200 meter zien we Gitte met haar zoontje Thijn in de buggy terugkeren. De weg ernaar toe blijkt toch niet zo eenvoudig als geschetst en zeker niet voor een buggy geschikt. We lopen langs de rivier door het dorpje Bukit Lawang.
Het sociale leven speelt zich af in en om de rivier waarin je baadt, speelt, vist, met elkaar praat, groenten/fruit wast maar ook je behoefte doet en de doden verbrandt. De winkeltjes met toeristische snuisterijen zijn nauwelijks bemand. Onze groep is klaarblijkelijk te klein en niet vooraf aangekondigd. Aan het einde van het dorp ligt het pontje. Niet meer dan een smalle kano waarin maximaal 4 toeristen in gaan en dat met een touw naar de overkant wordt getrokken. Aan de overkant begint de jungle en ook het eigenlijke Gunung Leuser natuurpark. We komen dan de eerste kleine aapjes tegen.
Maar nog geen loslopende Orangutans in het wild. Maar daar begint ook een zeer steile berghelling. De ongelijke en zeer hoge treden maken de bestijging van de helling alleen maar zwaarder. Het zweet vloeit rijkelijk. Voor menigeen komt de meegelopen persoonlijke assistentie als geroepen. Eindelijk houden we halt bij een plateau waarop twee natuuropzichters zitten. Ze slaan met een knuppel op de bomen of een stuk bamboe om ,zogenaamd?, de Orangutans te lokken. Want heel opmerkelijk is dat, direct nadat iedere toerist (na ons kwam nog een klein groepje) en de laatste gids boven is en nadat die zelfde laatste gids een telefoontje pleegt, zich een vrouwtjes Orangutan met kind aandient. Ze daalt af tot op het plateau en krijgt van de verzorgers fruit en drinken. Vele foto’s worden gemaakt. Michael maakt ook zonder statief met zijn telelens prachtige close-ups.
Na een kleine tien minuten verdwijnt de Orangutan weer met een kam bananen in haar bek. Ook wij keren met deze prachtige ervaring weer terug. De meest lastige muskieten die we nog tegen komen zijn die meegezonden jongens die (gedreven door hun leider)voor al dan niet bewezen diensten ongegeneerde bijdragen vragen/eisen. Aan de andere kant wordt de controle op de meegenomen fototoestellen en videocamera’s een lachertje. Ondanks dat de groep niet meer compleet is gaan ze op ons voorstel in om alleen de opgestoken toestellen en camera’s te tellen. Gek genoeg zijn er dan minder fototoestellen en geen videocamera meegenomen. Terug gekomen bij het restaurant wordt eerst het vochtverlies afdoende aangevuld voordat we de lange terugreis aanvaarden. Menig luikje wordt in de bus neer gelaten. Het is al donker geworden als we in Medan aankomen. De eerste keus van de chauffeur voor een restaurant is helaas vol. Honderd meter verder vinden we al een ander groot restaurant. Maar jammerlijk genoeg heeft de teloorgang van het toerisme op Sumatra hier genadeloos toegeslagen. Ondanks de ruimte en de vriendelijkheid van het personeel is dit restaurant niet (meer) in staat om een wat grote groep gasten te bedienen. Ze hebben slechts 5 koude flesjes bier. Vlug werd nog bij een supermarkt dit aangevuld met nog eens vijf stuks (maar niet erg koud). De bediening was abominabel. Bestellingen moesten worden herhaald, lange wachttijden, plotseling was het bestelde op of niet aanwezig. Vooral Michael en (de jonge) Peter hebben erg lang op hun eten moeten wachten. En na drie uur heeft Cos zelfs nog helemaal niets gehad. We zijn toch maar weggegaan. Ron heeft inmiddels aangegeven dat hij Cos trakteert op een maaltijd bij KFC, dicht in de buurt van ons hotel. We brengen de logees van Erna daar terug en gaan vervolgens naar KFC met een intussen behoorlijke aangegroeide groep, die getuigen (en meer dan dat) willen zijn van de inhaalslag van Cos. Dat is een prachtige afsluiting geworden van deze enerverende dag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten